Verbonden apparaten
U moet uw mobiele apparaat met de computer verbinden om Nokia Ovi Suite volledig te kunnen gebruiken. Wanneer uw apparaat is verbonden, kunt u de afbeelding van het apparaat in het apparaatgebied in de linkerbenedenhoek van Nokia Ovi Suite zien. Het apparaatgebied bevat de volgende informatie voor een aangesloten apparaat:
-
De naam van het aangesloten apparaat.
-
Een pictogram voor een USB-kabelverbinding of Bluetooth-verbinding, afhankelijk van het gebruikte verbindingstype. Houd er rekening mee dat als u een verbinding met een USB-kabel gebruikt en u de modus voor mediaoverdracht hebt geselecteerd om met DRM beschermde muziek uit te wisselen, de modus Mediaoverdracht wordt aangegeven door een pictogram met een sleutel in aanvulling op het standaardpictogram voor een verbinding met een USB-kabel.
-
In de startpaginaweergave, een knop voor het instellen van de synchronisatie-opties voor uw apparaat of voor het synchroniseren van inhoud in overeenstemming met uw huidige synchronisatie-opties.
-
In de weergave Contacten, Berichten of Foto’s, een knop voor de synchronisatie van de inhoud van de weergave tussen uw mobiel apparaat en uw computer en informatie over of de weergave is bijgewerkt.
Geen verbonden apparaten
Als uw apparaat niet met Nokia Ovi Suite verbonden is, is het apparaatgebied leeg. Om uw apparaat de eerste keer te verbinden, klikt u op de tekst Apparaat verbinden in het lege apparaatgebied en selecteert u Nieuw apparaat toevoegen. Vervolgens wordt u in een paar eenvoudige stappen begeleid om uw apparaat met Nokia Ovi Suite te verbinden. Raadpleeg Overzicht connectiviteit voor meer informatie.
Meerdere verbonden apparaten
Als u tegelijkertijd meerdere apparaten hebt verbonden met Nokia Ovi Suite, worden al deze apparaten weergegeven in het apparaatgebied en kunt u naar het gewenste apparaat schakelen door in het apparaatgebied op de afbeelding van het gewenste apparaat te klikken. Houd er rekening mee dat u niet naar een ander apparaat kunt wisselen tijdens het synchroniseren of kopiëren van bestanden tussen het apparaat dat in gebruik is en de computer.